Zelden zal een opvolger zo radicaal anders zijn geweest dan zijn voorganger, wanneer bij BMW de vierde generatie van de 7 Serie debuteert. Die wordt verguisd vanwege zijn bijzondere kont, terwijl zijn voorganger wordt gezien als een van de zuiverste modellen van BMW. In dit vergelijk nemen we van beide generaties de 750i de maat.
Youngtimer Magazine: The Beauty and the Butt
De 7 Serie, het vlaggenschip van BMW, voert sinds zijn introductie in 1977 (E23) voortdurend strijd om de titel van beste full size zakensedan met de S-Klasses van Mercedes-Benz. Traditiegetrouw debuteren in de Überklasse de nieuwste technologie, de nieuwste gadgets en de nieuwe designthema's. Daarmee zetten de beide merken de stippen op de horizon waar de concurrentie zich op mag richten. De derde 7-generatie met interne code E38 is in 2001 aan vervanging toe. Wanneer zijn opvolger, de E65, in 2002 wordt geïntroduceerd, is er sprake van een aardverschuiving. De nieuweling is qua vormgeving, bediening en techniek radicaal anders. De kritiek van pers en publiek is vernietigend vanwege zijn design; de E65 zal ook steeds omstreden blijven.
Inmiddels heeft de vierde generatie van de Siebener de youngtimerstatus bereikt, terwijl zijn voorganger in onze wereld al jaren een zeer hoog aanzien geniet. Het is een klassieker in wording; de E65 zal ook omstreden blijven. We willen weten welke we zouden kiezen: de klassieke E38 met de traditionele lijnen van Boyke Boyer, of vallen we voor uitgesproken vormgegeven vernieuwing van de Nederlander van Hooydonk? We krijgen van Bergwerff BMW uit Gorinchem van beide generaties de 750i mee. De Arktis zilveren E38 heeft een V12 onder de kap en dateert uit 1996 (pre-facelift). De Michigan blauwe E65 uit 2005 (dus van na de facelift uit 2004) is uitgerust met een V8.